SV | En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover het werk van Gods huis. |
WLC | וּפְקִ֤יד הַלְוִיִּם֙ בִּיר֣וּשָׁלִַ֔ם עֻזִּ֤י בֶן־בָּנִי֙ בֶּן־חֲשַׁבְיָ֔ה בֶּן־מַתַּנְיָ֖ה בֶּן־מִיכָ֑א מִבְּנֵ֤י אָסָף֙ הַמְשֹׁ֣רְרִ֔ים לְנֶ֖גֶד מְלֶ֥אכֶת בֵּית־הָאֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | ûfəqîḏ haləwîyim bîrûšālaim ‘uzzî ḇen-bānî ben-ḥăšaḇəyâ ben-matanəyâ ben-mîḵā’ mibənê ’āsāf haməšōrərîm ləneḡeḏ məle’ḵeṯ bêṯ-hā’ĕlōhîm: |
En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover het werk van Gods huis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover het werk van Gods huis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!